Wonen in de stad met meerdere beperkingen
“Het eerste wat bij me opkomt zijn de rolstoelopritten in de Ferdinand Bolstraat. Je moet daar eerst door een goot en dan moet je ook nog weten te vinden waar je de oprit precies kan oprijden. Dat lukt met veel moeite en inspanning. De gemeente kwam met de oplossing om tegels te leggen op de plek waar je het beste de oprit op kan.
Dat werkt misschien voor de rolstoelgebruiker, maar blinden en slechtzienden kunnen die tegels helemaal niet zien. Hetzelfde geldt voor het plaatsen van een bordje voor blinden dat ze ‘hier’ moeten zijn. Dat kunnen wij natuurlijk niet lezen, dus hoe kun je dat bedenken? Het lijkt soms of ze van een andere planeet komen en zich niet kunnen verplaatsen in mensen met een beperking.
We nodigen daarom vanuit Stichting Onbeperkt Zuid het driekoppige bestuur van stadsdeel Zuid elk jaar uit om deel te nemen aan een rolstoeltocht. Meestal gaan er 2 bestuurders mee, waarvan er 1 ook daadwerkelijk in de rolstoel plaatsneemt.
Dit jaar wilden we vragen of ze ook bereid waren om het gezicht te bedekken. Zo kunnen ze ervaren hoe het is om meerdere beperkingen te hebben en in de stad te leven. Het is helaas dit jaar en vorig jaar niet doorgegaan vanwege corona.
Slechtziend zijn
Het niet kunnen verplaatsen in mensen met een beperking is niet alleen bij de gemeente zo. Ik ervaar dat ook op straat als ik mensen om hulp vraag, bijvoorbeeld bij het vinden van de oprit. Veel mensen zeggen dan: ‘Dan moet je gewoon daar rechtuit’. Maar ja waar is daar? Dat kan ik niet zien. Of ik vraag waar een winkel is en dan zeggen ze ook ‘daar en daar’.
Ze zien mijn taststok wel, maar ze weten soms gewoon niet wat het is. Want waar leer je dat ook? Het zou helpen om op lagere scholen al te beginnen met voorlichting. Om kinderen te leren hoe het is om slechtziend of blind te zijn en hoe ze iemand dan op een goede manier de weg kunnen wijzen.
Behelpen in de supermarkt
In de supermarkt is het eveneens behelpen. Bij het betalen moet ik een pincode intoetsen, maar dan moet je wel weten waar de knopjes zitten en waar je je pas moet houden. Dat is bij iedere supermarkt weer anders. En soms wordt een supermarkt helemaal volgebouwd, zodat je er met een rolstoel lastig langs kunt. Het personeel gaat dan uit van de breedte van een winkelwagen, maar een rolstoel is vaak breder.
Smalle en volle stoepen
Om naar de supermarkt te komen moet ik over stoepen die in Amsterdam over het algemeen scheef en smal zijn en vol met fietsen staan. Dus ik kies er soms voor om over de weg te gaan. Mensen spreken me dan daarop aan en zeggen dat het onveilig is.
Maar een stoep is voor mij nog veel onveiliger, want voor je het weet lig je onder de fietsen. Dat is me regelmatig overkomen. Er valt wat betreft toegankelijkheid in de stad nog een hoop te verbeteren. Vanuit de stichting zetten we ons ervoor in om dat voor elkaar te krijgen.”