25 april 2022
Kamerbrief Staatssecretaris Van Ooijen (VWS) over toekomst Wmo
Eind maart heeft staatssecretaris Van Ooijen van het ministerie van Volksgezondheid een brief over de toekomst van de Wet maatschappelijke ondersteuning aan de Tweede Kamer gestuurd. In deze brief schetst hij in hoofdlijnen zijn visie op de toekomst van de Wmo en hoe hij deze kabinetsperiode met gemeenten wil werken aan vernieuwing en verbetering. Daarbij acht hij een goede samenwerking met brancheorganisaties en cliëntenorganisaties ook van belang.
Indicaties met langere duur
Wij vinden met name het punt belangrijk dat gemeenten gestimuleerd moeten worden om indicaties voor langere tijd af te geven voor mensen met een langdurige ondersteuningsvraag. De gemeente Amsterdam doet dat nu soms al, maar niet vaak.
Veel Amsterdammers moeten nog steeds elk jaar opnieuw het hele traject van de herindicatie doorlopen. Vaak onnodig, omdat hun zorgvraag jarenlang stabiel blijft en alle informatie over hun situatie beschikbaar is in de dossiers.
Het kost deze groep mensen veel energie en tijd en levert hen spanning en onzekerheid op. De lange wachttijden bij het Indicatieadviesbureau Amsterdam zouden hierdoor ook worden opgelost.
Ambities staatssecretaris
Hiernaast kondigde de staatssecretaris in zijn brief onderstaande ambities aan. We reageren er even kort op:
- Nog meer inzet op de sociale basis en de informele zorg.
Dit baart ons zorgen, omdat de kwaliteit van de zorg en een langdurige zorgrelatie hierdoor minder goed gewaarborgd kunnen worden. Ook zien we het risico dat nog meer mantelzorgers overvraagd en overbelast raken. - Professionalisering van de wijkteams en toegangsmedewerkers.
Dit vinden we een goede ambitie. De medewerkers van de wijkteams moeten veel kennis en deskundigheid hebben om alle verschillende mensen die ondersteuning nodig hebben goed te helpen. En zij moeten binnen het sociale domein goed kunnen samenwerken en de juiste deskundigheid kunnen inschakelen. - Stimuleren van het domein overstijgende samenwerking.
Dit is in onze ogen zeker noodzakelijk, omdat samenwerking over de grenzen van wetten en budgetten op dit moment niet goed loopt. Mensen wiens situatie niet binnen 1 wet ‘past’, hebben hier last van. Ze moeten zelf veel uitzoeken en lang wachten op de juiste oplossing. - Een houdbaarheidsonderzoek naar de financiële houdbaarheid van de Wmo.
Het is duidelijk dat de zorgbehoefte de komende jaren door de vergrijzing verder zal toenemen. Onze zorg is dat professionele ondersteuning voor steeds minder mensen beschikbaar wordt. - Een eerlijkere (inkomensafhankelijke) eigen bijdrage voor Hulp bij het huishouden.
Hier zijn wij al langer voorstander van, omdat het niet rechtvaardig èn financieel niet houdbaar is dat mensen met een hoog inkomen voor een zelfde minimale eigen bijdrage hulp kunnen krijgen als mensen met een laag inkomen. Het solidariteitsbeginsel is een belangrijk fundament voor de houdbaarheid van sociale voorzieningen. - Verbetering van het toezicht op de uitvoering en de kwaliteit van de geleverde zorg en ondersteuning.
Ook hiermee zijn we het eens, omdat we zien dat het toezicht nog in ontwikkeling is, niet volledig onafhankelijk is en een kritische houding ten aanzien van het beleid en de uitvoering soms ontbreekt.
De komende tijd zullen we in nauw overleg met onze achterban en de gemeente Amsterdam de vraag uitwerken hoe de gemeente deze ambities het beste kan vormgeven.
Correctie door de redactie
In een eerdere versie van dit artikel noemden wij minister Kuipers als schrijver van de brief aan de Tweede Kamer. Dit was onjuist; het moet staatssecretaris Van Ooijen zijn.