10 december 2020

GVB schiet tekort in vervoer van mensen met beperking

Onlangs heeft het College voor de Rechten van de Mens geoordeeld dat het Gemeentelijk Vervoer Bedrijf (GVB) een man in een elektrische rolstoel heeft gediscrimineerd. De persoon in kwestie kon niet met de bus reizen, omdat de elektrische rolstoelplanken defect waren en de buschauffeurs de reiziger  niet voldoende hielpen. Het GVB bood hem een mobiele oprijplaat aan om deze zelf mee te nemen. Dit voldoet niet aan de norm van zelfstandig en onbelemmerd gebruik maken van het openbaar vervoer. Cliëntenbelang Amsterdam verwacht dat het GVB passende maatregelen neemt, zodat mensen met een beperking zelfstandig kunnen reizen. 
 
Wij betreuren het dat het College eraan te pas moet komen, voordat bedrijven en organisaties toegankelijkheid serieus nemen. Het valt niet uit te leggen dat de Vervoerregio Amsterdam plannen maakt en geld wil investeren in 
‘inclusieve mobiliteit’, terwijl de basis niet op orde is. Van vervoerders mogen reizigers verwachten dat rolstoelplanken toegankelijk, veilig en betrouwbaar zijn, reisinformatiesystemen werken en medewerkers klantvriendelijk zijn. 

Naleven afspraken

De Vervoerregio behoort dit enerzijds in de voorwaarden op te nemen, maar anderzijds ook toe te zien op het naleven van (wettelijke) afspraken die vervoerders ook moeten kunnen waarmaken. Bijvoorbeeld door minder te sturen op punctualiteit en meer op kwaliteit.

Regie en toezicht zijn nodig op (de aanschaf van) toegankelijk materieel, afgestemd op de toegankelijkheid van haltes en stations, informatievoorziening, en klantvriendelijkheid, waaronder rijgedrag.

Daarom roepen wij de Vervoerregio Amsterdam op om de regie te nemen. Ook de klachtafhandeling dient te worden verbeterd, desnoods door dit bij de Vervoerregio zelf mogelijk te maken.

Deze uitspraak roept herinneringen op aan de boete die de Vervoerregio Amsterdam vorig jaar oplegde aan vervoerder EBS, nadat een reiziger in een elektrische rolstoel meerdere bussen voorbij zag rijden vanwege defecte planken. De elektrische plank in de bus die hem wel meenam, bezweek toen hij de bus uitreed. 

Tijd van excuses voorbij

Wat ons betreft is de tijd van excuses en vrijblijvendheid echt voorbij. Reizigers met een beperking moeten erop kunnen rekenen dat zij onbelemmerd kunnen reizen met het openbaar vervoer. In ieder geval daar waar het volgens de wet toegankelijk moet zijn. Dat is niet alleen de verantwoordelijkheid van de vervoerders, maar ook van de  Vervoerregio en gemeente Amsterdam.

Sinds 2003 oprijplanken verplicht

Volgens een Europese richtlijn voor toegankelijkheid moeten bussen sinds 2003 oprijplanken hebben en aan andere toegankelijkheidseisen voldoen. In artikel 17 van het Besluit Toegankelijk Openbaar Vervoer staat dat sinds 1 juli 2011 nieuwe, vernieuwde en verbeterde bussen toegankelijk moeten zijn.

De recente uitspraak van het College voor de Rechten van de Mens voegt eraan toe dat de rolstoelplanken moeten werken.

Meer informatie

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Bart Weggeman (beleidsmedewerker Toegankelijkheid & Mobiliteit) op (020) 75 25 151 of viab.weggeman@clientenbelangamsterdam.nl