27 februari 2020
Gemeente blijft onduidelijk over uren huishoudelijke hulp
In een belangrijke notitie over de Wet maatschappelijke ontwikkeling (Wmo) in 2020 vermeldt de gemeente niet dat Amsterdammers te horen moeten krijgen, hoeveel uur huishoudelijke hulp ze krijgen. Wij hadden juist geadviseerd om dit wél te doen. De rechter heeft vorig jaar immers bevestigd dat Amsterdammers recht hebben op deze informatie.
In de ‘Wmo Nadere regels 2020’ legt de gemeente jaarlijks wanneer iemand aanmerking komt voor hulp vanuit de Wmo. En waar de hulp (of voorziening) uit zal bestaan.
De gemeente vindt dat de kwaliteit van die hulp goed is, als het resultaat voldoet aan de definitie ‘een schoon en leefbaar huis’. Wij vinden dat dit niet duidelijk genoeg is, net zoals de rechter in zijn uitspraak van december 2018.
Zelf ernaar vragen
Wethouder Zorg Simone Kukenheim heeft inmiddels gereageerd op onze reactie op de 'Nadere regels' (december 2019). Zij stelt dat er wel degelijk naar de uitspraak van de rechter is geluisterd. Iemand die huishoudelijke hulp toegewezen heeft gekregen, kan altijd vragen naar het aantal uur dat hiervoor wordt uitgetrokken. Maar de gemeente informeert iemand hierover dus niet uit zichzelf.
De reden hiervoor is het feit dat er ondertussen een wetsvoorstel in de Tweede Kamer ligt, dat bepaalt dat gemeenten de uren juist níet hoeven te vermelden. En om nu niet alle Amsterdammers te laten wennen aan een overzicht in uren, gaat de gemeente dit niet actief doen.
Wachten op nieuwe wet
Wij vinden dit uiteraard erg jammer, maar kunnen nu helaas niet veel meer doen dan afwachten of de Tweede Kamer deze nieuwe wet ook zal aannemen. Uiteraard zullen we u hiervan op de hoogte houden.
Wat valt onder de Nadere regels?
Hieronder vallen onder meer:
- De nieuwe buurtteams en de aanvullende dienstverlening (1 januari 2021).
- Voorzieningen zoals rolstoelen, aanpassingen in huis, taxiritten vanuit het Aanvullend Openbaar Vervoer (AOV).
De gemeente werkt de 'Nadere regels' elk jaar bij. Dit jaar is dat extra belangrijk, omdat de gemeente rekening moet houden met de overgang naar de buurtteams en de aanvullende ondersteuning.