5 april 2022
De vier B's
Eerlijk gezegd pasten wij niet zo goed bij elkaar. Ik ben opgegroeid in een gezin dat altijd bol stond van de spanningen. Er werd nooit gepraat. Wel geschreeuwd, gehuild of geslagen. Mijn ouders waren arm, laag geschoold en kregen vier dochters. De twee oudste meiden kwamen ter wereld in een onbewoonbaar verklaarde woning. De twee jongsten hadden het makkelijker toen mijn ouders verhuisden.
De jongste werd geboren met een licht verstandelijke beperking. Naast een moeder met een persoonlijkheidsstoornis, was dat soms knap lastig. Alle vier reageerden heel verschillend op deze thuissituatie. Ons gezin: vader, moeder en de vier B’s.
(De tekst loopt na de foto door)
Vader
Mijn vader was zwijgzaam, een man van weinig woorden. Een zachtaardig, klein mannetje dat huilde als hij op verjaardagen een jonge jenever dronk. Hij was de jongste uit een groot socialistisch arbeidersgezin uit het armste deel van Drenthe. Een harde werker die ploegendiensten draaide op de warmandwalserij van de Hoogovens, nu Tata Steel geheten.
Moeder
Mijn moeder was huisvrouw en nogal aanwezig door haar stemmingswisselingen. Ook zij praatte niet over emoties, maar ze toonde ze wel, te pas en te onpas. Als kind wist je nooit zo goed waar je aan toe was. Ik hield haar voortdurend in de gaten en was altijd op mijn hoede.
Mijn moeder was opgevoed door haar oma en opa. Toen zij 1 jaar was, werd haar vader blijvend opgenomen in een psychiatrische inrichting. Haar moeder liet daarop haar kinderen in de steek en vertrok naar Amsterdam, waar zij een andere man had leren kennen.
De Brutale
Mijn oudste zus was nogal goed gebekt. Zij was de brutale dame van ons vier en ging altijd de strijd aan. Het oogappeltje van mijn vader, maar met mijn moeder lag zij voortdurend in de clinch. Het waren twee kapiteins op hetzelfde schip. In alles waren zij elkaars tegenpool en dat lieten zij ook luid en duidelijk merken.
De Bolleboos
Mijn een na oudste zus zat altijd met haar neus boven de boeken. Echt een bolleboos. Zij kon zo goed leren dat zij een klas heeft overgeslagen op de HBS. Ze zag er jongensachtig uit en had een zenuwtik rond haar mond. Haar fantasie hield haar op de been. Zij kon heel goed schrijven. Met veel plezier las ik haar verhalen over de wiskundeleraar op wie zij zo verliefd was.
De Bangerik
Ik was een bang, gevoelig kind. Was zeer verlegen en ik stotterde. Ik kreeg spraakles op de lagere school. De emoties van anderen begreep ik niet, zij overweldigden mij vaak. Ik wist me geen raad met de vele ruzies in huis en speelde daarom liever buiten. Alleen, want tussen mij en de twee oudsten zat een te groot leeftijdsverschil. Soms moest ik mijn zusje op sleeptouw nemen, maar echt leuk vond ik dat niet.
Het Buitenbeentje
Twee jaar na mij werd de jongste geboren. Door zuurstofgebrek tijdens de bevalling liep zij een licht verstandelijke beperking op. Zij was anders. In alles was zij langzaam en kon niet goed meekomen op de lagere school. Zij is overgeplaatst naar het bijzonder lager onderwijs. Mijn moeder heeft altijd moeite gehad met haar anders zijn.
Verpleeghuis
Morgen bezoek ik mijn zusje in het verpleeghuis. Ik noem haar nog steeds mijn zusje, ook al is zij inmiddels 60 jaar. Zij begin af te takelen. De beroertes van een paar geleden hebben haar geen goed gedaan. Ik maak me zorgen. Zoals ik dat vroeger ook voortdurend heb gedaan. Ik zal een paar foto’s meenemen van vroeger, toen mijn ouders nog leefden.
Ook die waarop we met z’n vieren staan afgebeeld: alle vier in een rood geruit overgooiertje, door mijn moeder gemaakt. Al terugkijkende besef ik heel goed dat mijn jongste zusje niet het enige buitenbeentje was. Door onze jeugd waren we het eigenlijk alle vier.
Brusje
Verhalen over mantelzorg
Dit verhaal is één van de verhalen over mantelzorg die zullen verschijnen in de eerstvolgende nieuwsbrief van ons Platform Mantelzorg Amsterdam. Wilt u de nieuwsbrief ontvangen? Klik dan hier.